3 juli 2019
Overheden werden maandag 24 juni 2019 verrast door een landelijke storing van het noodnummer 112. Ondanks maar liefst 4 back-up systemen bleek 112 urenlang niet bereikbaar voor burgers in nood. Ook veel andere kritische processen van overheden kunnen gevoelig zijn voor storingen. Er wordt namelijk veel gebruik gemaakt van netwerkverbindingen. Welke lessen trekken wij uit de 112 storing op dit vlak?
Wij zien steeds meer redundante netwerkverbindingen bij overheden. Dat is een goede zaak. Want de beschikbaarheid neemt hiermee toe. Als één verbinding uitvalt, dan heb je altijd nog een tweede verbinding. In het geval van een calamiteit schakel je dan handmatig of automatisch naar de back-up verbinding. Dit valt en staat met de aanwezigheid van mensen, regelmatige testen en/of het gebruik van de juiste procedures. De 112-storing laat zien dat ondanks genomen maatregelen, de back-ups uiteindelijk niet werkten. Bij netwerkverbindingen is er de mogelijkheid voor een actief-actief configuratie. Dat betekent dat beide verbindingen altijd online zijn en het netwerkverkeer wordt verdeeld. Op deze manier weet je dat de ‘back-up’ altijd werkt. Verrassingen behoren dan snel tot het verleden.
De dienst 112 is ondergebracht bij 1 enkele telecomprovider. Dit geeft uiteraard voordelen maar het heeft ook nadelen. De 112 storing heeft dit pijnlijk laten zien. Toen een Vodafone storing een aantal jaren geleden zorgde dat een groot deel van Nederland niet meer mobiel bereikbaar was, zijn er maatregelen genomen. De grote telecomproviders zorgden er samen voor dat in het geval van calamiteiten bij 1 enkele provider het mobiele verkeer wordt overgenomen door de andere providers. Bij Internet of Diginetwerk verbindingen is het ook mogelijk om met meerdere telecomproviders te werken. We noemen dit Multi-provider. Een verbinding gaat via provider A en de ander gaat via provider B. Zo het risico van uitval sterk gereduceerd.
Ontvang onze nieuwsbrief eGemwijs met het allerlaatste nieuws in uw mailbox
© 2023 eGem